Zoek op kunstenaar

Kunstenaar

Altijd, vanaf zijn jeugd al, heeft Zwaan de zichtbare werkelijkheid als uitgangspunt voor zijn schilderkunst genomen: een stadsgezicht, een haven, een scheepshelling, een woonkamer, een doorijk naar de tuin. En dat alles waargenomen onder het steeds wisselend licht van de seizoenen. Men noemt hem weleens een neo-impressionist. Zwaan zelf zegt hierover: ‘Deze stijlopvatting geeft nu eenmaal de grootste ruimte aan het zien. Ik wil werken vanuit het geziene, ik ben kijker.’

Maar een schilderij behoort volgens Zwaan niet alleen maar ‘mooi’ te zijn - dan zou je net zo goed nonfiguratief kunnen werken, vindt hij: ‘De werkelijkheid vormt het fundament van onze zijnservaring. Als je schildert moet je daar trouw aan blijven.’ Dus geen verschuiven van bepaalde onderdelen voor de compositie, geen dingen er bij verzinnen, of weglaten. Evenmin werkt hij zijn schilderijen thuis, in zijn atelier af. Alles schildert hij ter plekke, urenlang werkend soms in weer en wind, zodat hij vertrekken kan met het gevoel: ‘ Dit plekje is nu van mij.’

En zo zegt Zwaan met stelligheid: ‘Schilderen is beweging - het vegen met penselen over het linnen - De werkelijkheid is beweging. Ook al beweegt het geschilderde beeld zelf niet, in een schilderij dient beweging te verschijnen.’

 

Geboren in 1953 in Spakenburg. Opleiding: Akademie Minerva te Groningen. Docentschap aan de Kunstakademie Kampen, afd. schilderkust. Publikaties: Joan van Seventer: ‘Reality revisited’, Zwiggelte 1982, pag. 72-82;  Leo van Heijningen: ‘Kunstzaal van Heijningen 5 jaar’, pag. 43 en 50.

Kunstwerken